(Op 6 oktober 2022 verspreid persbericht.)

IGJ en NZa uitten in een brief van 20 september 2022 aan het ministerie van VWS hun zorgen over de toegang tot de medische basiszorg door mensen die intensieve langdurige verzorging en begeleiding in een kleinschalige woonvorm krijgen. De Nederlandse Beroepsvereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG) ziet dat ook in de praktijk: ook voor de artsen VG is het soms moeilijk om voor Wlz-cliënten met en zonder behandeling alle aspecten van de medisch generalistische zorg te realiseren en te organiseren. Om dit doel toch te behalen zijn er een aantal stappen nodig.

Meer bindende kaders in de samenwerking tussen arts VG en huisarts

In het convenant Randvoorwaarden en facilitering medisch generalistische zorg voor mensen met een beperking hebben onder andere de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) en de NVAVG afspraken gemaakt over hoe huisartsen en artsen VG samen de medische zorg voor mensen met een verstandelijke beperking kunnen vormgeven. Helaas lukt het nog niet overal om de afspraken uit het convenant tot uitvoering te brengen. Dat vraagt om meer bindende kaders en goede voorwaarden.

Matijn Coret, voorzitter van de NVAVG: ‘De artsen VG en huisartsen hebben elk hun eigen expertise, die complementair is. De taakverdeling is echter nog niet altijd duidelijk. Om de medisch generalistische zorg voor mensen met een verstandelijke beperking te verbeteren, is het nodig om vast te leggen wie wat doet. In sommige situaties is dat heel duidelijk, in andere niet. Het hangt dan van die specifieke situatie af wie op dat moment zorg verleent: de huisarts of de arts VG. In alle gevallen moet altijd duidelijk zijn wie de regiebehandelaar is.’  

Randvoorwaarden regelen en borgen

Hoewel er een convenant Randvoorwaarden en facilitering is, zijn deze zaken in de praktijk voor verbetering vatbaar. Er zijn bijvoorbeeld onvoldoende contracteermogelijkheden voor artsen VG in de eerste lijn. Het gevolg is dat de artsen VG hun maximale capaciteit niet kunnen benutten, omdat zij er niet voor betaald krijgen. De arts VG werkt noodgedwongen met meerdere patiëntendossier- en medicatiesystemen, omdat er niet één systeem is dat alle functies voor onze zorg geïntegreerd heeft. Bovendien communiceren die systemen niet met elkaar en ook niet met die van andere artsen of apotheken. Dit kan het complementair werken tussen huisarts, huisartsenpost en arts VG belemmeren. Verder ontbreekt het aan voldoende (administratieve) ondersteuning.

Betrokkenheid bij het Integraal Zorgakkoord

Het Integraal Zorgakkoord (IZA) bevat de ambitie om gezamenlijk tot een visie op de eerstelijns zorg te komen. De artsen VG willen daar als leverancier van eerstelijnszorg bij betrokken worden, zodat ook de knelpunten in de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking (met en zonder Wlz- indicatie) in die visie meegenomen worden. De knelpunten rondom de zorg voor deze doelgroep staan onvoldoende in het IZA.

Regionale oplossingen als opstap naar een structurele landelijke oplossing

De NVAVG onderschrijft de noodzaak van structurele landelijke oplossingen, die tot een goede toegankelijkheid en beschikbaarheid van medisch generalistische zorg voor mensen met een Wlz-indicatie (met en zonder behandeling) leiden. Daarbij moet niet alleen naar de medische zorg gekeken worden, maar naar behandeling als breed spectrum. De multidisciplinaire samenwerking met psychologen, orthopedagogen, begeleiders en andere (zorg)professionals moet gefaciliteerd en bekostigd worden.

Coret: ‘De NVAVG denkt als graag mee bij regionale urgente problematiek, mits dit de tussenstap is naar een structurele oplossing met landelijke kaders. Het tekort aan artsen VG is in veel regio’s namelijk zó groot, dat er een bovenregionale oplossing moet komen.’